IJM26 ‘s Gravenhage
De IJM26 ‘s Gravenhage is in 1938 als stoomtrawler met de naam Jan Mayen PG 544 onder bouwnr 620 gebouwd bij de Duitse werf Weser Werk Seebeck. Opdrachtgever was de Norddeutsche Hochseefischerei A.G. te Wesermunde. De tewaterlating vond plaats op 26 september 1938.
Inhoud: 654 bruto ton
Lengte: 59,75 m
Breedte: 8,58 m
Holte: 4,40 m
De stoommachine had een vermogen van 1000 pk
Geschiedenis:
1938: tewaterlating
1939: in dienst bij Kriegsmarine als Vorpostenboot V401
1944: op 21 augustus juni 1944 tot zinken gebracht bij Bayonne (Frankrijk)
1946: gelicht en na reparatie toegewezen aan Frankrijk
1946: als Cap Nord in de vaart voor Societe Fecampoise de Peche te Fecamp
1957: op 4 april aangekomen te Amsterdam om te worden verbouwd tot motortrawler. Bij de scheepswerf W. van Goor te Monnnickendam voorzien van een 6 cil. Werkspoor dieselmotor met een vermogen van 1260pk
1958: op 23 jan 1958 vertrokken naar Fecamp
1960: verkocht aan rederij D. Joh. Krijger te IJmuiden en op 20 oktober te IJmuiden aangekomen; het schip werd omgedoopt in IJM 26 ’s Gravenhage.
1966: het schip werd eigendom van de Rotterdamsche Hypotheekbank
1967: het schip werd in exploitatie genomen door de N.V. Rederij Frank Vrolijk te Scheveningen en kreeg de naam SCH73 Vertrouwen
1971: omgedoopt in SCH97 Albatros en ingezet voor de vrachtvaart
1974: het schip kwam in eigendom van J.H. Bootsma en werd vervolgens doorverkocht aan Al-Tros, S.A. te Panama. In Amsterdam aan de ketting gelegd en in augustus van datzelfde jaar gekaapt en via IJmuiden naar Zeebrugge gevaren. Als LAGA verkocht aan aan Compania Extre S.A. te Panama en herdoopt in Felicitas II. |
