Dockyard III
De stoomsleepboot Dockyard III is in 1941 gebouwd onder bouwnummer 228 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM). De Dockyard III maakte deel uit van een serie van in totaal acht schepen. Van deze acht zijn nog drie schepen overgebleven: Dockyard IX, Dockyard V en de Dockyard III.
Oorspronkelijk waren de schepen gebouwd voor de havens van Moermansk (Rusland). Dit is terug te vinden in het ontwerp van het schip. Zo is het schip uitgerust met een verstevigde ijsbreeksteven en is de stuurhut om de schoorsteen gebouwd. Dit betekende gratis warmte, maar ook gevolgen voor de bouw. Zo moest er zowel over stuurboord als over bakboord een identieke stuurstand worden gebouwd. Door de Tweede Wereldoorlog zijn de schepen nooit afgenomen. De werf besloot daarom de schepen in eigen beheer te houden en als werfsleepboot in te zetten.
De hoofdafmetingen:
Lengte 25,06 meter
Breedte 6,31 meteH
Holte 3,00 meter
Waterverplaatsing 230 ton
Snelheid 9,5 knoop (+/- 17,5km/u)De hoofdgegevens van de stoomketel:
Gebouwd door de RDM onder bouwnr.257)
Schotse ketel
Twee vuurgangen
Verwarmend oppervlak 122 m2
Inhoud +/- 16.000 liter
Werkdruk 14,05 bar
De hoofdgegevens van de stoommachine:
Gebouwd door de RDM
Dubbel compound Lentz-kleppenmachine
Afmetingen zuigers 500x232x232x500/500.
Vermogen 500 ipk
Maximaal toerental 300 omw./min.
Geschiedenis:
In 1941 heeft de RDM het schip laten zinken en het heeft de verdere oorlogsperiode onder water gelegen. In 1946 is het schip gelicht en verbouwd en daarna in dienst gesteld als havensleepboot voor de RDM. Het schip heeft tot 1981 voor de RDM gevaren.
Op 16 november 1981 werd het schip verkocht aan Stolk’s Handelsonderneming B.V. te Hendrik Ido Ambacht.
Op 25 november 1981 aangekocht door de gebroeders Beltman te Dordrecht. Waarna ze is omgedoopt tot “Gebr. Bever”.
Na 36 jaar werd het schip op 10 april 2017 opnieuw verkocht aan Stolk’s Handelsonderneming B.V. te Hendrik Ido Ambacht.
Op 11 juli 2017 aangekocht door de huidige eigenaar, dhr. R.O. Hettich uit Rotterdam. Herdoopt Dockyard III. |
